BR 02a.01. Hoogte draagkracht van inwoner
de inwoner komt in aanmerking voor draagkrachtberekening |
de hoogte draagkracht van inwoner |
=
Waar
|
=
de draagkracht per maand van de inwoner
|
=
Onwaar
|
=
Onwaar
|
|
Concept |
|
|
BR 02b.03. Inkomen van inwoner
Een berekend inkomen exclusief vakantiegeld van inwoner moet worden berekend als A + B + C waarin geldt dat: - A is gelijk aan het netto inkomen uit uitkering van inwoner. - B is gelijk aan het netto inkomen uit arbeid van inwoner. - C is gelijk aan de heffingskortingen via voorlopige aanslag van inwoner.
|
|
|
|
BR 02b.03.01 Berekende hoogte netto inkomen uit arbeid
Het netto inkomen uit arbeid van een inwoner moet worden berekend als A + B waarin geldt dat: - A is gelijk aan het netto inkomen uit arbeid 1 van de inwoner. - B is gelijk aan het netto inkomen uit arbeid 2 van de inwoner.
|
|
|
|
BR 02b.03.02 Berekende hoogte netto inkomen uit uitkering
Het netto inkomen uit uitkering van een inwoner moet worden berekend als A + B waarin geldt dat: - A is gelijk aan het netto inkomen uit uitkering 1 van de inwoner. - B is gelijk aan het netto inkomen uit uitkering 2 van de inwoner.
|
|
|
|
BR 02b.04. Geldende bijstandsnorm voor inwonder
de inwoner is alleenstaand |
de inwoner verblijft in inrichting |
de geldende bijstandsnorm van de inwoner |
=
Waar
|
=
Onwaar
|
=
1135,88
|
=
Onwaar
|
=
Onwaar
|
=
1622,68
|
=
Waar
|
=
Waar
|
=
359,69
|
=
Onwaar
|
=
Waar
|
=
559,48
|
|
|
|
|
BR 02b.05. Draagkrachtruimte van inwoner
De draagkrachtruimte van een inwoner moet worden berekend als A - B waarin geldt dat: - A is gelijk aan het in aanmerking te nemen inkomen van de inwoner. - B is gelijk aan de geldende bijstandsnorm van de inwoner.
|
|
|
|
BR 02c.01. Kosten van inwoner
De berekende kosten van een inwoner moet worden berekend als A - B + C - D + E + F + G + H waarin geldt dat: - A is gelijk aan de rekenhuur van de inwoner. - B is gelijk aan de huurtoeslag van de inwoner. - C is gelijk aan de kosten zorg van de inwoner. - D is gelijk aan de zorgtoeslag van de inwoner. - E is gelijk aan het derdenbeslag of verrekening op inkomen van de inwoner. - F is gelijk aan de eigen bijdrage ZZV van de inwoner. - G is gelijk aan de vrijlating inkomen uit arbeid van de inwoner. - H is gelijk aan de rente en aflossing schuld voor aanschaf duurzame goederen van de inwoner.
|
|
|
|
BR 02c.02.01. Berekening rekenhuur van inwoner
De rekenhuur van een inwoner moet worden berekend als Minimum(A,B) waarin geldt dat: - A is gelijk aan de kosten huur van de inwoner. - B is gelijk aan 0.
|
|
|
|
BR 02c.02.02. Berekening kosten huur van inwoner
De kosten huur van een inwoner moet worden berekend als A - B waarin geldt dat: - A is gelijk aan de kale huur van de inwoner. - B is gelijk aan de minimumhuur huurtoeslag van Huurtoeslag.
|
|
|
|
BR 02c.03. Minimum huur huurtoeslag
de minimumhuur huurtoeslag van Huurtoeslag is gelijk aan 225,54
|
|
|
|
BR 02c.04. Kosten zorg van inwoner
De kosten zorg van een inwoner moet worden berekend als A - B waarin geldt dat: - A is gelijk aan de premie zorgverzekering van de inwoner. - B is gelijk aan de vrijstelling kosten zorg van de Zorgtoeslag van de inwoner.
|
|
|
|
BR 02c.05. Vrijstelling kosten zorg van inwoner
de inwoner waarvan de Zorgtoeslag is toegekend is alleenstaand |
de vrijstelling kosten zorg van Zorgtoeslag |
=
Waar
|
=
3
|
=
Onwaar
|
=
50
|
|
|
|
|
BR 02c.06. Vrijlating inkomen uit arbeid
Een vrijlating inkomen uit arbeid van een inwoner moet worden berekend als A * (B / C) waarin geldt dat: - A is gelijk aan het netto inkomen uit arbeid van de inwoner. - B is gelijk aan 5. - C is gelijk aan 100.
|
|
|
|
BR 02d.01. Hoogte draagkracht uit vermogen van inwoner
de draagkracht uit vermogen van inwoner moet worden berekend als A - B waarin geldt dat: - A is gelijk aan het vermogen van inwoner - B is gelijk aan het vrij te laten vermogen van inwoner
|
|
|
|
BR 02d.02. Vrij te laten vermogen van inwoner
de inwoner is alleenstaand |
het vrij te laten vermogen van inwoner |
=
Waar
|
=
7605
|
=
Onwaar
|
=
15210
|
|
|
|
|
BR DJ 01 Berekening draagkracht per jaar
De draagkracht per jaar van een inwoner moet worden berekend als (A * B) - C + D waarin geldt dat: - A is gelijk aan de subtotaal draagkracht van de inwoner. - B is gelijk aan 12. - C is gelijk aan de eerder verbruikte draagkracht van de inwoner. - D is gelijk aan de overschrijding vrij te laten vermogen van de inwoner.
|
|
|
|
BR DM 01 Berekening draagkracht per maand
De draagkracht per maand van een inwoner moet worden berekend als A / B waarin geldt dat: - A is gelijk aan de draagkracht per jaar van de inwoner. - B is gelijk aan 12.
|
|
|
|
BR DV 01 Berekening minimum vermogen - aanvullende regel
De overschrijding vrij te laten vermogen van een inwoner moet worden berekend als Minimum(A,B) waarin geldt dat: - A is gelijk aan de draagkracht uit vermogen van de inwoner. - B is gelijk aan 0.
|
|
|
|
BR ST 01 Berekening subtotaal
Het subtotaal draagkracht van een inwoner moet worden berekend als A + B + C waarin geldt dat: - A is gelijk aan de draagkracht component 5 procent van de inwoner. - B is gelijk aan de draagkracht component 30 procent van de inwoner. - C is gelijk aan de draagkracht component 100 procent van de inwoner.
|
|
|
|
BR ST 02 Berekening draagkracht component 5 procent
de draagkrachtruimte van de inwoner |
het in aanmerking te nemen inkomen van de inwoner |
het in aanmerking te nemen inkomen van de inwoner |
de draagkracht component 5 procent van de inwoner |
<=
Onwaar
|
-
|
-
|
=
Onwaar
|
>
Onwaar
|
<
de geldende bijstandsnorm van de inwoner
|
-
|
=
Onwaar
|
>
Onwaar
|
>=
de geldende bijstandsnorm van de inwoner
|
<
110 procent van geldende bijstandsnorm van de inwoner
|
=
het tussenresultaat 5 procent minder dan 110 procent bijstandsnorm van de inwoner
|
>
Onwaar
|
>=
de geldende bijstandsnorm van de inwoner
|
>=
110 procent van geldende bijstandsnorm van de inwoner
|
=
het tussenresultaat 5 procent meer dan 110 procent bijstandsnorm van de inwoner
|
|
|
|
|
BR ST 03 Berekening draagkracht component 30 procent
de draagkrachtruimte van de inwoner |
het in aanmerking te nemen inkomen van de inwoner |
het in aanmerking te nemen inkomen van de inwoner |
de draagkracht component 30 procent van de inwoner |
<=
Onwaar
|
-
|
-
|
=
Onwaar
|
>
Onwaar
|
<
de 110 procent van geldende bijstandsnorm van de inwoner
|
-
|
=
Onwaar
|
>
Onwaar
|
<
110 procent van geldende bijstandsnorm van de inwoner
|
>=
200 procent van geldende bijstandsnorm van de inwoner
|
=
het tussenresultaat 30 procent meer dan 200 procent bijstandsnorm van inwoner van de inwoner
|
>
Onwaar
|
>=
110 procent van geldende bijstandsnorm van de inwoner
|
<
200 procent van geldende bijstandsnorm van de inwoner
|
=
het tussenresultaat 30 procent minder dan 200 procent bijstandsnorm van de inwoner
|
|
|
|
|
BR ST 04 Berekening draagkracht component 100 procent
de draagkrachtruimte van de inwoner |
het in aanmerking te nemen inkomen van de inwoner |
de draagkracht component 100 procent van de inwoner |
>
Onwaar
|
>
200 procent van geldende bijstandsnorm van de inwoner
|
=
de inkomensgrondslag voor draagkrachtcomponent 100 procent van de inwoner
|
>
Onwaar
|
<=
de 200 procent van geldende bijstandsnorm van de inwoner
|
=
Onwaar
|
<=
Onwaar
|
-
|
=
Onwaar
|
|
|
|
|
BR ST 05 Berekening in aanmerking te nemen inkomen
Het in aanmerking te nemen inkomen van een inwoner moet worden berekend als A - B waarin geldt dat: - A is gelijk aan het berekend inkomen exclusief vakantiegeld van de inwoner. - B is gelijk aan de berekende kosten van de inwoner.
|
|
|
|
BR ST 06 Berekening 110 procent van bijstandsnorm
De 110 procent van geldende bijstandsnorm van een inwoner moet worden berekend als A * B waarin geldt dat: - A is gelijk aan 1,1. - B is gelijk aan de geldende bijstandsnorm van de inwoner.
|
|
|
|
BR ST 07 Berekening grondslag voor draagkracht minder dan 110 procent bijstandsnorm voor 5 procent
Het tussenresultaat 5 procent minder dan 110 procent bijstandsnorm van een inwoner moet worden berekend als (A - B) * C waarin geldt dat: - A is gelijk aan het in aanmerking te nemen inkomen van de inwoner. - B is gelijk aan de geldende bijstandsnorm van de inwoner. - C is gelijk aan 0,05.
|
|
|
|
BR ST 08 Berekening grondslag voor draagkracht meer dan 110 procent bijstandsnorm voor 5 procent
Het tussenresultaat 5 procent meer dan 110 procent bijstandsnorm van een inwoner moet worden berekend als A * B * C waarin geldt dat: - A is gelijk aan 0,1. - B is gelijk aan de geldende bijstandsnorm van de inwoner. - C is gelijk aan 0,05.
|
|
|
|
BR ST 09 Berekening 200 procent van bijstandsnorm
De 200 procent van geldende bijstandsnorm van een inwoner moet worden berekend als A * B waarin geldt dat: - A is gelijk aan 2. - B is gelijk aan de geldende bijstandsnorm van de inwoner.
|
|
|
|
BR ST 10 Berekening grondslag voor draagkracht meer dan 200 procent bijstandsnorm voor 30 procent
Het tussenresultaat 30 procent meer dan 200 procent bijstandsnorm van inwoner van een inwoner moet worden berekend als (A - B) * C waarin geldt dat: - A is gelijk aan 200 procent van geldende bijstandsnorm van de inwoner. - B is gelijk aan 110 procent van geldende bijstandsnorm van de inwoner. - C is gelijk aan 0,3.
|
|
|
|
BR ST 11 Berekening grondslag voor draagkracht minder dan 200 procent bijstandsnorm voor 30 procent
Het tussenresultaat 30 procent minder dan 200 procent bijstandsnorm van een inwoner moet worden berekend als (A - B) * C waarin geldt dat: - A is gelijk aan het in aanmerking te nemen inkomen van de inwoner. - B is gelijk aan 110 procent van geldende bijstandsnorm van de inwoner. - C is gelijk aan 0,3.
|
|
|
|
BR ST 12 Berekening inkomensgrondslag voor draagkrachtcomponent 100 procent
De inkomensgrondslag voor draagkrachtcomponent 100 procent van een inwoner moet worden berekend als A - B waarin geldt dat: - A is gelijk aan het in aanmerking te nemen inkomen van de inwoner. - B is gelijk aan de 200 procent van geldende bijstandsnorm van de inwoner.
|
|
|
|
BR01.01. Inwoner komt in aanmerking voor draagkrachtberekening
Een inwoner komt in aanmerking voor draagkrachtberekening indien de inwoner niet een bijstandsuitkering heeft.
|
|
|
|
Derdenbeslag of verrekening op inkomen
|
|
|
|
Eerder verbruikte draagkracht in deze draagkrachtperiode
|
|
|
|
Eigen bijdrage ZZV
|
|
|
|
Heffingskortingen via voorlopige aanslag
|
|
|
|
Inwoner heeft bijstandsuitkering
|
|
|
|
Inwoner is alleenstaand
|
|
|
|
Inwoner woont in inrichting
|
|
|
|
Kale huur
|
|
|
|
Netto inkomen uit arbeid
|
|
|
|
Netto inkomen uit uitkering
|
|
|
|
Premie zorgverzekering
|
|
|
|
Rente en aflossing schuld voor aanschaf duurzame goederen
|
|
|
|
Vermogen van inwoner
|
|
|
|